Weidebeheer - hooiwinning


Beginpagina weidebeheer | Keuze grassoorten | Aanleg nieuwe weide | Opknappen bestaande weide | Mestbeleid | Hooiwinning

Zelf hooien

Als je voldoende weidegrond hebt kun je je hooi betrekken van eigen land. Het grote voordeel daarvan is dat je altijd precies weet wat je je paarden voorzet en het risico op bijvoorbeeld de aanwezigheid van Jakobskruiskruid in het hooi kunt voorkomen.
Sinds wij enkele jaren geleden een stuk grond bijkochten hebben we voldoende weiland om zelf van te hooien. Het is ieder jaar weer een spannende, maar ook heel bevredigende klus. Spannend door de altijd weer onvoorspelbare weersomstandigheden, en bevredigend door het trotse gevoel over je 'eigen' hooi!

Het juiste tijdstip

Het allerbeste hooi voor paarden krijg je als je op zijn vroegst half juni hooit. Het gras heeft dan kunnen bloeien en is lang, schraal en structuurrijk geworden. Ook is het fructaangehalte dan zo laag mogelijk.
Het kan echter ook een risico zijn om zo lang te wachten. Een vervelend voorbeeld was het jaar 2007. In april en mei waren er al prachtige weersomstandigheden om te hooien terwijl de zomer daarna meer op een natte moessonperiode leek. Wij hebben onze hooioogst van dat jaar dan ook compleet verloren zien gaan omdat we de droge periode in mei niet benut hadden en wilden wachten tot na juni. Hooien betekent dus ook compromissen sluiten en misschien moeten kiezen tussen iets vroeger en dus minder structuurrijk hooi of geen hooi...
Hoe dan ook, voordat je gaat (of laat) maaien houd je natuurlijk eerst het weerbericht extra goed in de gaten. Het moet minstens een dag of vijf stabiel, droog en zonnig weer blijven om een succesvolle hooioogst binnen te kunnen halen.

Maaien

De meeste mensen zullen hun weiland door een loonwerker laten maaien. Als je zelf een tractor en maaier hebt kun je het echter ook zelf doen om kosten te besparen.
Maaien kan het beste in de vroege ochtend gebeuren als het fructaangehalte in het gras zo laag mogelijk is.
Het maaien gebeurt doorgaans met een zg. cyclomaaier. Deze hangt schuin rechts achter de tractor. Tijdens het maaien van de eerste baan rijd je dan ook linksom, zodat de maaier vlak langs de afrastering kan maaien. Voor de volgende banen rijd je juist rechtsom. Zo voorkom je dat je steeds met de tractor het nog niet gemaaide gras platrijdt waardoor het moeilijker te maaien zou worden.

Schudden

Nadat het gras gemaaid is moet het dagelijks liefst tweemaal geschud worden. Zelf doen we het uit tijdgebrek altijd eenmaal en krijgen daar toch prima hooi van. Maar een goed hooiresultaat staat of valt met de droogte van het hooi en hoe vaker geschud, des te beter het zal kunnen drogen. De hooischudder gooit het hooi door en uit elkaar. Zon en wind doen de rest.

Op ruggen rijden

Als het hooi goed droog is is het tijd om het te laten persen. Het moet daarvoor echter eerst op 'ruggen' of 'dijken' worden gereden. De meeste hooischudders kunnen op een eenvoudige manier aangepast worden voor dit doel. Vraag bij de loonwerker van tevoren na hoeveel meter de ruggen uit elkaar moeten liggen zodat hij er met zijn persmachine zo gemakkelijk mogelijk pakken van kan persen (en maak meteen een afspraak voor het persen!). Met een speciale grote houten hooihark kun je tenslotte de restjes hooi vanaf de kant gemakkelijk naar de ruggen toe harken.

Persen en insealen

Als je kleine, niet ingesealde pakjes hooi wilt, moet je het hooi liefst pas na vijf dagen drogen laten persen. Bij optimale weersomstandigheden (heet, zonnig en winderig) kan het ook eventueel al na vier dagen. Dit persen gebeurt eigenlijk altijd door de loonwerker of een boer omdat het niet de moeite loont zelf een dure hooipers aan te schaffen voor eigen gebruik.
Je kunt ook grote ronde of vierkante pakken laten persen (afhankelijk van de machines waarover de loonwerker beschikt). Deze grote pakken kun je vervolgens wel of niet in plastic laten insealen. Het voordeel van dit insealen is dat je de pakken buiten kunt opslaan (handig als je geen overdekte hooiopslag hebt) en je het hooi minder lang hoeft te laten drogen voordat het geperst wordt, dus iets minder afhankelijk bent van voldoende droge dagen. Als wij het hooi laten insealen, laten we het na drie dagen drogen persen. Dan bevat het hooi nog wat vocht waardoor het in het plastic gaat fermenteren, maar is het eindproduct toch behoorlijk droog.
Paarden met een hooistofallergie verdragen ingeseald, gefermenteerd hooi (zg. 'voordroog') doorgaans beter dan droog, niet ingeseald hooi.

Hooiopslag

Ingesealde pakken hooi kun je buiten opslaan. Inspecteer het plastic tijdens het opstapelen van de pakken (dat meestal door loonwerker of boer wordt gedaan) meteen op beschadigingen en plak deze af met breed plakband. Gaten leiden gegarandeerd tot schimmelvorming en bederf van het hooi. Het is aan te raden de pakken met een stevig zeil extra te beschermen tegen weersomstandigheden en pikkende vogels. Plaats de ingesealde pakken gewoon op de grond, eventueel met een zeil eronder, maar zet ze niet op pallets. De tussenruimte leidt gauw tot muizenvraat aan de onderkant van de pakken.
Kleine, niet ingesealde pakjes hooi kunnen het beste opgeslagen worden op een droge, luchtige hooizolder of in een dito hooischuur. Het is belangrijk dat de opslagruimte niet blootstaat aan vocht, want hoe droog je je hooi ook geoogst hebt, als het in de opslagruimte veel vocht aantrekt, zal het eindresultaat alsnog zeer teleurstellend zijn. Niet ingesealde pakjes buiten slechts onder een zeil of afdak opslaan voldoet dus niet. Het hooi zal muf en schimmelig worden en dus niet meer geschikt zijn om te voeren.

Terug naar vorige pagina


Heb je vragen, opmerkingen, tips of ervaringen m.b.t. dit onderwerp?
Hieronder kun je reageren. Alvast bedankt voor je reactie!