Beginpagina weidebeheer | Keuze grassoorten | Aanleg nieuwe weide | Opknappen bestaande weide | Mestbeleid | Hooiwinning
De paardenweide
De weide vormt letterlijk en figuurlijk het hart van het Paddockparadijs. Hij is de leverancier van het belangrijkste voedsel voor het paard: gras, al dan niet in gedroogde vorm (hooi). De weide in het Paddockparadijs zal meestal niet permanent als graasweide gebruikt worden. Juist omdat het Paddockparadijs het paard zulke uitstekende bewegingsmogelijkheden biedt en de weide daar dus niet meer per se in hoeft te voorzien, kan het grasland naar believen gebruikt worden als (rantsoen-)graasweide of hooiweide of een combinatie daarvan. Indien door hoefbevangenheid getroffen paarden in het Paddockparadijs leven, zal het zelfs vaak zo zijn dat zij alleen het hooi uit deze weide eten maar er nooit zelf in grazen i.v.m. het te grote risico op een heropleving van hun aandoening. Ook paarden met aanleg voor zomereczeem hebben doorgaans aanmerkelijk minder last van hun kwaal als zij geen vers gras te eten krijgen, of slechts gedurende de droge maanden van het jaar.
Paarden zijn van nature sobere dieren en ruwvoer vormt de basis van hun gezondheid. De weelderige, eenzijdige weides die gebruikt worden om rundvee in te weiden, zijn niet geschikt voor beweiding door paarden. Een paard heeft behoefte aan veel meer structuur en veel minder eiwit en fructaan dan rundveeweides doorgaans bieden.
In een grassenmengsel voor paarden moet de opbouw van fructaan laag zijn. Grote hoeveelheden fructanen (simpel gezegd de suikers in het gras) worden slecht verwerkt door het spijsverteringsorgaan van het paard. De darmflora kan bij een overdosis aan fructanen overbelast raken. Deze overbelasting is de primaire veroorzaker van hoefbevangenheid (en dus niet eiwit, zoals nog steeds vaak gedacht wordt). Daarom worden in een goed graszaadmengsel voor de paardenweide grassen geselecteerd die laag zijn in fructaanwaarde. Lees hier meer over fructaan.
Er zijn nog meer eisen die paarden aan een weide stellen. Ze eten immers het gras veel korter af dan runderen. Daarom moeten de grassoorten een laag groeipunt hebben (het punt waar de blaadjes uit de stengel komen), zodat het paard het gras niet onder dit groeipunt zal afeten en snel aangroeien van het gras gewaarborgd blijft. Daarnaast belasten paarden met hun vrolijke sprints de grasmat nog eens extra.
Een ideale combinatie van grassoorten met een verschillende doorschietdatum is ook van belang. De doorschietdatum bepaalt wanneer het meeste gras verwacht kan worden. Door een weidemengsel samen te stellen met rassen met verschillende groeipieken ontstaat een constantere grasproductie gedurende het hele jaar. De hierboven genoemde criteria bepalen bij het aanleggen van een nieuwe weide de keuze van de juiste grassoorten.
Volgende pagina
Terug naar vorige pagina
Heb je vragen, opmerkingen, tips of ervaringen m.b.t. dit onderwerp? |