De grassoorten Engels raaigras, Timotheegras, Veldbeemdgras, Beemdlangbloem, Rood zwenkgras, Kropaar, Rietzwenkgras en Grote vossenstaart worden vaak toegepast in paardenweides. Minimaal vier van deze soorten komen dan ook meestal voor in de speciale graszaadmengsels voor paardenweides (zie ook Weidebeheer - keuze grassoorten).
Grote vossenstaart (Alopecurus pratensis)
(EN: Meadow foxtail - FR: Vulpin des prés - DE: Wiesenfuchsschwanz)
Hoogte: | 30 tot 120 cm. |
Levensduur: | overblijvend. |
Bloeitijd: | april t/m juni en soms ook van augustus tot de herfst. |
Bodem: | zonnige plaatsen op vochtige tot vrij natte, voedselrijke grond. |
Groeiplaatsen: | grasland, dijken, uiterwaarden, bosranden, bermen, waterkanten, lichte loofbossen, essenhakhout, ruigten, heggen en struikgewas. |
Fructaangehalte: | gering, tot 4,3% in de droge massa bij de eerste snede (juni). |
Het vermelde fructaangehalte werd tussen mei en oktober 2002 gemeten door het Landbouwschap Hannover op een proefveld in Dasselsbruch/Niedersachsen (Duitsland).
(De overige informatie komt van wilde-planten.nl)
Terug naar vorige pagina
Heb je vragen, opmerkingen, tips of ervaringen m.b.t. dit onderwerp? |