De grassoorten Engels raaigras, Timotheegras, Veldbeemdgras, Beemdlangbloem, Rood zwenkgras, Kropaar, Rietzwenkgras en Grote vossenstaart worden vaak toegepast in paardenweides. Minimaal vier van deze soorten komen dan ook meestal voor in de speciale graszaadmengsels voor paardenweides (zie ook Weidebeheer - keuze grassoorten).
Kropaar (Dactylis glomerata)
(EN: Cocksfoot - FR: Dactyle aggloméré - DE: Wiesenknäuelgras)
Hoogte: | 30 tot 90 cm. |
Levensduur: | overblijvend. |
Bloeitijd: | mei t/m augustus. |
Bodem: | zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op matig droge tot vochtige, voedselrijke, meestal bemeste, zwak zure tot iets kalkhoudende grond. |
Groeiplaatsen: | bermen, dijken, verruigde grasvelden, grasland, braakliggende grond, ruigten, boomgaarden, heggen, bosranden, bossen, landgoedbossen, duinen (plekken met grote menselijke invloed) en omgewerkte grond. |
Fructaangehalte: | laag, tot 6,2% in de droge massa bij de vierde snede (oktober). |
Het vermelde fructaangehalte werd tussen mei en oktober 2002 gemeten door het Landbouwschap Hannover op een proefveld in Dasselsbruch/Niedersachsen (Duitsland).
(De overige informatie komt van wilde-planten.nl)
Terug naar vorige pagina
Heb je vragen, opmerkingen, tips of ervaringen m.b.t. dit onderwerp? |