Weide/voeding in Joyce' PP

Beginpagina Joyce' PP | Plattegronden | Extra's | Weide/voeding | Ervaringen | Foto's/filmpjes

Van het late voorjaar tot het late najaar

Afhankelijk van de weersomstandigheden en de conditie van de paarden (als ze te dik zijn wordt het aantal uren weidegang beperkt), hebben de paarden in principe 24/7 toegang tot weidegang. Via het graspad (of de paddock in geval van de wei naast de bak) kunnen zij naar het op dat moment opengestelde stuk van de binnenwei lopen. Daartoe zijn over de hele lengte van zowel de linker-, als de rechterkant van het pad een aantal doorgangen gemaakt. Met twee rantsoendraden of -linten is dan een stuk wei afgezet en elke dag, of tweemaal per dag, krijgen de paarden er een stukje gras bij. Als het stuk te groot wordt, wordt een deel van het kortgegraasde stuk wei weer afgezet zodat dat kan herstellen en bijgroeien.
Zolang het pad open is kunnen zij zelf kiezen waar zij op een bepaald moment van de dag het liefst verblijven. Om te drinken moeten ze dan teruglopen naar de paddock.
In het dazenseizoen
Van half juni tot half augustus en bij erg warm weer is onze ervaring dat de paarden overdag in de paddock met dazenval en schuilstal blijven staan. ’s Avonds beginnen ze weer wat rond te scharrelen en proberen of de kust al weer veilig is om het land op te gaan om te grazen.
We proberen het zo uit te kienen dat de paarden in het dazenseizoen naast de bak lopen zodat zij ondanks de weersomstandigheden continu vrije toegang tot de paddock, schuilstal en wei hebben. Op die manier voorkomen we dat de paarden zich in het zweet rennen tot ze er bij neervallen en het land stuk lopen in een poging aan de steekbeesten te ontkomen.

Als het pad te slecht wordt kunnen we ze eventueel opsluiten in een deel van de binnenwei. Dat gebeurt wel in het voorjaar en het najaar of in erg natte perioden in de zomer, om zo het pad te sparen of kans te geven te herstellen. Ze krijgen dan water in dat stuk land.

In de winter

In de loop van de winter wordt het graspad te nat en als we de paarden dan vrij heen en weer zouden laten lopen, zouden ze het pad helemaal kapot lopen tot een kniediep modderspoor wat zowel voor mens als paard niet prettig is. Daarom houden we de paarden in de winter voornamelijk in de paddock, aangevuld met, zolang het kan, een aantal uren weidegang in de binnenwei. De paarden worden in de wintermaanden en het vroege voorjaar meestal aan de hand naar een deel van de binnenwei gebracht, waar ook in het winterseizoen strookbegrazing wordt toegepast. We beginnen bij voorkeur achteraan in de binnenwei en verschuiven de wei zodat een stuk maar relatief kort belopen wordt en ze het stuk zo min mogelijk vertrappen. Bij het natter worden van de bodem, hoeven we zo ook steeds minder ver met de paarden (en het water) te lopen.
Afhankelijk van hoe nat de bodem is, en of de paarden rustig zijn, wisselt dat tussen de 2 en 6 uur per dag. Als de bodem heel erg nat is, houden we ze soms even een paar dagen in de paddock, eventueel aangevuld met uitloopruimte in de bak.

In het voorjaar

In het vroege voorjaar wordt vervolgens het aantal uren weidegang rustig weer opgebouwd van een paar uurtjes naar een hele dag, tot ze weer dag en nacht veilig kunnen grazen.

Ruwvoerwinning

In de zomer wordt een groot deel van de binnenwei gemaaid voor ruwvoerwinning. Dat stuk wordt dan niet gebruikt door de paarden. Als we de mest kwijt moeten, verspreiden we die in het voorjaar, en eventueel in het najaar nadat de paarden het land kort hebben gegeten, over dit stuk land, zodat het eerst weer gemaaid wordt, voor de paarden het begrazen. Op die manier proberen we het risico op eventuele wormbesmettingen te beperken.
Indien nodig wordt er drijfmest of paardenkunstmest uitgereden.

Bijvoeren

Afhankelijk van het seizoen, het weer, het aantal uren weidegang en de hoeveelheid gras die ze tot hun beschikking hebben, krijgen de paarden één of meerdere keren per dag voordroogkuil/hooi bijgevoerd. We voeren bij in de paddock in de verschillende hooibakken, de hooikast en kleinmazige netten. Voor de toekomst willen we graag een ’voerwand’ plaatsen als omheining van een deel van de paddock, zodat het voeren voor ons minder arbeidsintensief wordt, maar de paarden wel ruim de beschikking hebben over ruwvoer. Met een fijnmazig net of rooster of eventueel aangevuld met een rolluik met tijdschakelaar willen we ook dan de eetsnelheid proberen te vertragen en de hoeveelheid begrenzen.
Mijn eigen paarden krijgen af en toe een vitaminesupplement en na het rijden krijgen ze een handje granenmengeling erbij als extraatje. Ook de pensionpaarden werden door hun eigenaren slechts bijgevoerd na het rijden of als ze intensief getraind werden. Onze ervaring is dat veel paarden het prima doen op goede kwaliteit ruwvoer (hooi, voordroog en gras) met evt. vitamineaanvulling om tekorten in het ruwvoer op te vangen.

Volgende pagina

Terug naar vorige pagina


Heb je vragen, opmerkingen, tips of ervaringen m.b.t. dit onderwerp?
Hieronder kun je reageren. Alvast bedankt voor je reactie!