De grassoorten Engels raaigras, Timotheegras, Veldbeemdgras, Beemdlangbloem, Rood zwenkgras, Kropaar, Rietzwenkgras en Grote vossenstaart worden vaak toegepast in paardenweides. Minimaal vier van deze soorten komen dan ook meestal voor in de speciale graszaadmengsels voor paardenweides (zie ook Weidebeheer - keuze grassoorten).
Veldbeemdgras (Poa pratensis)
(EN: Smooth meadow-grass - FR: Pâturin des prés - DE: Wiesenrispengras)
Hoogte: | 10 tot 90 cm. |
Levensduur: | overblijvend. |
Bloeitijd: | mei t/m juli. |
Bodem: | zonnige plaatsen op droge tot zeer vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, zwak zure tot kalkhoudende grond. |
Groeiplaatsen: | grasland, duingrasland, hoge zandige kwelders op de grens met lage duintjes, tussen bestrating, op muren, stoepranden, wegranden, bossen en struikgewas. |
Fructaangehalte: | gemiddeld, tot 8,2% in de droge massa bij de derde snede (augustus). |
Het vermelde fructaangehalte werd tussen mei en oktober 2002 gemeten door het Landbouwschap Hannover op een proefveld in Dasselsbruch/Niedersachsen (Duitsland).
(De overige informatie komt van wilde-planten.nl)
Terug naar vorige pagina
Heb je vragen, opmerkingen, tips of ervaringen m.b.t. dit onderwerp? |