Het pad/'track'


Het pad is de essentiële factor waar het in het Paddockparadijs om draait. De breedte, ondergrond, loop en vooral de inrichting van het pad bepalen in welke mate het paard gemotiveerd wordt tot beweging. Door het pad in te richten met vele extra's prikkel je de nieuwsgierigheid van het paard en dat is de allerbeste bewegingsmotivator.

Hoe breed moet het pad zijn?

De breedte van het pad beïnvloedt de snelheid en de mate van spanning/ontspanning van de beweging van het paard. Jaime Jackson beschouwt een breedte van 3 tot 4,5 meter als ideaal. De meeste paden in mijn twee Paddockparadijzen zijn ongeveer 2,5 m breed en dit blijkt voor onze IJslandse paarden een geschikte breedte. Voor grotere paarden zullen de paden verhoudingsgewijs natuurlijk wat breder moeten zijn.
Een te smal pad kan een claustrofobische werking hebben die de beweging afremt en het paard gespannen maakt. Een te breed pad werkt echter ook belemmerend op de beweging. Het effect van de duidelijk afgebakende, doorgaande route die uitnodigt om op ontdekking uit te gaan, gaat dan verloren en de paarden zien de te brede ruimte niet meer als een pad maar als een grote paddock waar ze vooral veel stilstaan.


Links een zeer smal pad; door de bomen is de bruikbare breedte maar ca. 1,5 m. Rechts is het zelfde pad iets meer dan een meter verbreed.

Om het effect van de breedte van het pad op je eigen paarden te kunnen observeren kun je, voordat je een permanente afrastering plaatst, eerst experimenteren met een electrische verplaatsbare afrastering (prikpaaltjes).
De totale oppervlakte van het pad (dus lengte x breedte) moet ook passen bij het aantal paarden dat er gebruik van maakt. Is de oppervlakte namelijk te groot, dan zal het pad te snel dichtgroeien met gras en heb je de hoeveelheid gras die je paarden binnenkrijgen niet meer onder controle. Ook om die reden is het dus niet verstandig het pad te breed te maken. Is je pad al redelijk smal maar heel erg lang door de grootte van het terrein, dan zou je kunnen overwegen om meer grazers toe te voegen, zoals schapen of geiten.

Ondergrond

Meestal zal, na plaatsing van de binnenafrastering, het pad vanzelf ontstaan doordat de paarden het kaal eten. Als je echter meteen met een grasloos pad wilt beginnen (b.v. omdat je een paard hebt met aanleg voor hoefbevangenheid) dan zul je zand moeten laten storten. Dit kun je eventueel in combinatie met de aanleg van een poel en heuvel doen; lees daarover meer op deze pagina.
Verharding in het pad is een goede training voor onbeslagen hoeven, in combinatie met de methode van het 'Natuurlijk Bekappen'. Over verharding lees je alles op deze pagina.

Terug naar vorige pagina


Heb je vragen, opmerkingen, tips of ervaringen m.b.t. dit onderwerp?
Hieronder kun je reageren. Alvast bedankt voor je reactie!