Voordelen
Met bomen en struiken kun je je Paddockparadijs verlevendigen en het een meer natuurlijke uitstraling geven. Bovendien hebben ze voor paarden een belangrijke functie als bescherming tegen weersinvloeden. Zeker als je geen mogelijkheid hebt om een schuilstal te bouwen zijn bomen en struiken onmisbaar voor de nodige beschutting. Van sommige bomen kun je de takken aan paarden voeren. Takken (met schors en blad) behoren tot de natuurlijke voeding van het paard. Er zitten veel nuttige stoffen in en ze zijn zeer structuurrijk omdat ze veel cellulose bevatten. Vooral wilgentakken zijn bij paarden zeer geliefd, dus het komt goed uit dat de meeste wilgen regelmatig geknot worden. Maar ook takken van o.a. berk, linde, beuk, walnoot, hazelnoot en kastanje zijn geschikt als voedingsbron.
Beschutting onder de vlierstruik en het kriebelt ook nog lekker op je lijf!
Paarden eten graag takken, bladeren en schors
Welke bomen en struiken?
Welke soorten je het beste aan kunt planten is afhankelijk van je eigen wensen, maar ook van de eigenschappen van je terrein. Zo plaats je bijvoorbeeld op drassige grond geen beuken en op hoge, zeer droge grond geen wilgen. Steek je licht eens op bij een kweker of op internet om uit te vinden welke bomen en struiken het meest geschikt zijn voor de specifieke omstandigheden van jouw terrein.
Kijk voordat je de keuze voor een bepaalde boom of struik maakt ook eerst in het overzicht van planten die giftig zijn voor paarden.
Er zijn grote verschillen in groeisnelheid tussen boomsoorten. Kies voor wilgen en populieren als je een klein bosje wilt aanleggen waarvan je snel resultaat wilt zien. Deze bomen groeien erg snel zodat je binnen enkele jaren al een aardig dicht en hoog bosje hebt. Andere bomen zoals o.a. es en eik groeien juist erg langzaam.
Wil je een solitaire boom planten, kies dan voor een loofboomsoort die hoger wordt dan 12 meter. Solitaire bomen krijgen een flinke kroonomvang en geven op termijn veel schaduw. Een paar voorbeelden van inheemse bomen die geschikt zijn als solitaire boom zijn: eik, beuk, linde, es, esdoorn*, populier, wilg, iep en haagbeuk.
Berken zijn sierlijke, elegante bomen en het ziet er mooi uit als je er enkele bij elkaar zet.
*) M.b.t. de esdoorn: lees dit nieuwsbericht!
Wat is de beste plaats?
Omdat je bomen en struiken in het Paddockparadijs vooral zult willen gebruiken als schaduwgevers en/of windbrekers is de plaats waar je ze het beste kunt planten afhankelijk van de functie die je de bomen wilt geven. De wind komt in Nederland het vaakst uit het westen, dus plant windbrekende bomen of struiken op plaatsen waar je paarden de luwte ook daadwerkelijk kunnen benutten. Houd met het aanplanten van bomen die schaduw moeten geven rekening met de stand van de zon. Deze staat in het zuiden en gaat van oost naar west. Plant schaduwbomen dus in ieder geval niet op de noordgrens van je terrein.Je kunt groepjes bomen zodanig langs weerszijden van je pad aanplanten dat je paarden het idee hebben door een klein stukje bos te lopen.
Het planten van bomen en struiken
De beste tijd om bomen en struiken te planten is in de periode tussen het vallen van de bladeren en het ontstaan van nieuwe knoppen. Dat komt neer op de periode tussen november en maart, herfst en winter dus. De planten zijn dan in rust en worden bij het verplanten minder 'gestoord'.
Denk bij het planten van bomen en struiken aan de wettelijke afstand tot de erfafscheiding of de kadastrale perceelgrens. Informeer eventueel eerst bij je gemeente.
Het grootste gevaar voor pas aangeplante bomen en struiken is watertekort en uitdroging. Je moet het de plant en de wortels dus zo gemakkelijk mogelijk maken. Dat kan door de grond in het plantgat te verrijken met ca. 20% compost. Compost zorgt voor een lossere bodem waar plantenwortels gemakkelijker doorheen dringen. Leem- en kleibodems kunnen vaak erg hard worden, waardoor (jonge) plantenwortels heel moeilijk in de bodem kunnen dringen. Maak daarom het plantgat meer dan groot genoeg, minstens even breed als de takken of kroon boven de grond.
Bij het planten ga je als volgt te werk:
- Graaf het plantgat.
- Als een boompaal nodig is als steun bepaal je eerst de hoofdwindrichting. Plaats de boompaal van ca. 250 cm aan de windzijde. Sla de boompaal vast in het plantgat en laat hem ca. 180 cm boven het grondoppervlak uitsteken. Een boom moet altijd van de boompaal afwaaien. Waait de boom te vaak tegen de boompaal, dan ontstaan er wonden die ziektes kunnen veroorzaken.
- Meng de uitgegraven bodem grondig met compost (b.v. in een kruiwagen).
- Plaats de boom in het plantgat, ongeveer even diep als hij in de kwekerij heeft gestaan (te zien aan de grond op de stam).
- Voeg de aangerijkte bodem beetje bij beetje toe in het plantgat. Door tijdens het vullen van het gat regelmatig water toe te voegen, zal de grond nauw om de wortels aansluiten.
- Plaats ten slotte op een hoogte van ca. 170 cm de boomband en bevestig deze m.b.v. 2 spijkers in de boompaal.
Wilgen plantenOmdat wilgen zeer gemakkelijk wortelende en snel groeiende bomen zijn, is het planten ervan kinderspel:
- Zaag een rechte tak van 2,5 à 3 m lengte van een bestaande wilg.
- Snijd de onderkant van de tak schuin af.
- Schil repen bast van de onderste meter.
- Steek de tak ca. 1 m diep in de grond.
- Houd tussen twee wilgen een plantafstand van 4 tot 8 m aan.
Paarden eten graag schors en takken en schuren zich graag aan bomen, maar beschadigingen aan de bast zijn voor een boom funest. Als paarden onbeperkt hun gang kunnen gaan heb je binnen korte tijd waarschijnlijk geen levende boom meer in je terrein staan. Het is daarom raadzaam bomen en struiken onbereikbaar te maken voor paarden door ze uit te rasteren, bij voorkeur met stroomdraad omdat dat goed gerespecteerd wordt. Bij een solitaire boom in je weiland moet je daarvoor eventueel een grondkabel ingraven om met de stroomvoorziening bij de boom te kunnen komen.
Je kunt nu zelf de takken gecontroleerd als bijvoeding aanbieden en zorgen voor een aparte schuurpaal.
Terug naar vorige pagina
Heb je vragen, opmerkingen, tips of ervaringen m.b.t. dit onderwerp? |
